Harry van den Thillart (1915-2009)

Van den Thillart kunstenaar en ambachtsman tegelijk

‘Vervelend is dat je, als je ouder wordt, steeds harder moet roepen dat je nog leeft. De kringloop van het leven wil dat je sterft. Maar ze kegelen je er voor die tijd al uit.’ Deze constatering van Harry van den Thillart (1915-2009) voorkwam niet dat hij tot het laatst bleef werken en productief was.

De markante kunstenaar werkte en woonde een halve eeuw in de Jkvr. De La Courtlaan in de wijk Gele Hoeve. Na zijn overlijden werd zijn woonhuis, inclusief atelier en een beweegbare wand met metaaldelen verkocht en gesloopt. Het was een ontwerp van architect Jan Strik en geïnspireerd op het werk van Le Corbusier. In de wijk woonde hij toentertijd tussen veel kunstvrienden, onder wie beeldend kunstenaar Frans van der Burgt (1915-1985). Tijdens de sloop verdwenen ook de kunstwerken in zijn tuin, waaronder Liggende vrouw en een zes meter hoge pijpenconstructie, evenals de door hem zo gekoesterde bomen. Het kunstwerk, getiteld Uitvliegen/De Vlucht uit 1969, gemaakt voor de Laurentiusschool, de huidige Troubadour, is evenmin bewaard gebleven. In het boekje ‘Rosmalen in beeld’ uit 1990 staat nog wel een vermelding. Van den Thillart: ‘Het moest wijken voor een uitbreiding van de school. Het object is voor zover ik weet vernietigd. Ze zijn vergeten het me te vertellen.’

Rosmalen

Dit lot, gesloopt of anderszins verdwenen, geldt helaas voor meer werken. Toch is er nog wel werk van hem in Rosmalen en omgeving te vinden: op de speelplaats van Educatief Centrum ’t Sparrenbos, voorheen basisschool de Vlek, staat nog altijd Hinkelend meisje, eveneens uit 1969, een geschenk van bouwbedrijf Van Eijkelenburg. Die vond dat het beeld een centrale rol in de ruimte moest krijgen, een wens die nooit is uitgevoerd. Van dit beeld zijn later enkele kleinere replica in brons gemaakt en in omloop gebracht. In Hintham op het kerkhof is het portret op het graf van wegenbouwer Jan Heijmans van zijn hand. Voor de Laurentiuskerk maakte hij in 1974 een godslamp van staal en glas. Waar die nu is, is vooralsnog niet bekend.

‘Kunst ontstaat door discipline en discipline moet bevochten worden,’ stelt Van den Thillart in een interview in Brabant Cultureel. Hij was edelsmid en beeldend kunstenaar, maakte veel werk voor de kerk, zoals kelken, kruizen, kandelaars en tabernakels, maar maakte ook sieraden, ruimtelijke constructies en figuratieve beelden. Hij werd internationaal gewaardeerd. Daarnaast was hij docent aan de kunstacademie in Den Bosch.

Biografie

Journalist en auteur Theo Schouw uit Helvoirt schreef een goed gedocumenteerde biografie, getiteld Experimenten. Dit boek is nog tijdens zijn leven in 2000 door Adr. Heinen uitgegeven en geeft een goed beeld van zijn artistieke ontwikkeling. Het toont veel beelden van leven en werk en bevat ook een nagenoeg complete inventarislijst van zijn werken, hoewel dat volgens de biograaf nooit met absolute zekerheid te zeggen is. Het boek is tweedehands hier en daar nog verkrijgbaar.

Van den Thillart werd in Den Bosch aan de Brede Haven geboren, als jongste in een gezin van zeven kinderen. Hij kreeg de liefde voor materialen binnen via zijn vader die schoenmaker was en altijd met leer bezig was. Hij bleek al snel een doener, met een voorkeur voor metaal, maar de opleidingen zaten vol en dus werd het ‘smeden en bankwerken’.  Daar ontwikkelde hij zijn bijzondere talent voor het bewerken van materialen. Hij studeerde vervolgens aan de Tilburgse Academie voor Beeldende en Bouwende Kunsten, waar aanvankelijk vooral profane kunst centraal stond. In 1938 sloot hij zijn opleiding af met een eerste prijs voor zijn crucifix in klei. Hoewel hij zich geen religieus kunstenaar noemde, heeft hij veel voor kerken en geestelijken gemaakt. Hij was een vakman, een ambachtsman die de kerk vooral als een opdrachtgever zag. Dat neemt niet weg dat Van den Thillart artistieke ruimte opeiste en zijn karakteristieke, onorthodoxe werkwijze duidelijk naar voren bracht, zoals bij een asymmetrische kelk. Een van de kenmerken is hergebruik. Hij voegde graag iets toe aan wat er al was; oude materialen hadden zijn belangstelling. Als docent wees hij zijn studenten de weg naar de schroothandel. ‘Hij werkte graag met brons, koper, zink en messing, maar ijzer en staal waren favoriet,’ stelde Theo Schouw.

Zijn oudste broer Jan (1904-2002)) kon goed tekenen en vestigde zich eveneens als kunstenaar. Hij had een passie voor bomen en probeerde de ziel van wilg, beuk en eik te vangen. Zie ook de bespreking in het Brabants Dagblad van de overzichtstentoonstelling in museum Slager, die enkele maanden voor zijn overlijden werd geopend. Ook Harry en zijn vrouw May mochten zeven kinderen zien opgroeien, hoewel Harry doorgaans vooral aan het werk was. Zijn oudste dochter Beatrijs volgde een kunstopleiding en exposeerde met textiele kunstwerken enkele keren samen met haar vader, onder meer in Rosmalen (1984). Zoon Vincent werd eveneens edelsmid en zoon Stephan beheert Atelier de Zonnevlecht en maakt onder meer meubels en keukens met natuurlijke materialen; ook zijn echtgenote Annelies van Rijn werkt als kunstenaar met textiel. Ze leerden elkaar kennen op de Kunstacademie in Maastricht. Tijdens een presentatie in het buurtcentrum BijBomans werden er foto's vertoond die je hier in een PDF kunt bekijken en nog een krantenbericht uit die tijd.

Zie ook: www.bossche-encyclopedie.nl/personen/thillart,%20harry%20van%20den.htm

en www.bossche-encyclopedie.nl/overig/beelden/vrouw%20(liggend).htm

Henk Langenhuijsen