Bebouwing

In stadsgewestelijk verband is voor Rosmalen een belangrijke woonfunctie voorzien. Dit wordt de leidraad van het in 1967 vastgestelde structuurplan. De bestemmingsplannen voor de verschillende wijken worden hiervan afgeleid. Zo wordt de metamorfose bewerkstelligd van agrarisch dorp tot forensenplaats.

Voor de Molenhoek zijn 3 bestemmingsplannen bepalend. Voor de Gele Hoeve, 1957/1958, het gebied tussen de Heer en Beekstraat, Burgemeester Mazairaclaan en Molenstraat. Voor de Molenhoek Oost, tussen 1960 en 1968, onderscheiden in boven en onder de Oude Baan. Molenhoek Noord-West, vanaf 1967, ingrijpend gewijzigd 1970/1971.

Na vaststelling van de plannen worden voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd om de grond bouwrijp te maken.  De hoogspanningsleidingen, die door het gebied lopen, worden verlegd; evenals de straalverbindingen van de PTT. Riolering, gas, licht, water, telefoon, bestrating, asfalt en groenvoorzieningen volgen.

Zand wordt opgespoten uit Het IJzeren Kind (Hintham) en uit de zandwinning aan de Oude Baan.

Het plangebied omvat 170 hectare. De bebouwing moet minstens 50 meter uit de as van de spoorlijn blijven.

Reconstructie van de drie spoorwegovergangen is noodzakelijk; bij de Molenstraat en de Weidestraat/Tweeberg het meest ingrijpend. Aanvankelijk liep de Weidestraat vanuit het dorp door over het spoor (zie kaartje), rechtdoor richting  Hintham, overgaand in de Tweeberg, nu Burgemeester Jonkheer von Heijdenlaan geheten. Linksaf ging de weg richting Graafsebaan, inmiddels Mazairaclaan en Heer en Beekstraat genoemd. Deze laatste spoorwegovergang is in 2013 vervangen door een tunnel.

De 3 ontsluitingswegen voor de wijk zijn de Burgemeester Mazairaclaan, de Deken van Roestellaan aan de oostkant en de Molenstraat in het midden.