De wijkbewoners die ik tot nu toe interviewde hebben me allemaal iets meegegeven waardoor ik net dat tikje anders naar mijn leefomgeving ben gaan kijken. Dat is een bijzonder plezierige meerwaarde en maakt elk interview op voorhand al heel speciaal. Dit keer interviewde ik Roel Essing. Aangezien Roel mijn partner is zou je denken dat vragen stellen niet nodig was geweest. In de loop van de tijd leren partners elkaar immers door en door kennen. Echter, Roel is dan wel mijn partner maar het is niet zo dat we elkaar de hele dag met vragen over bijvoorbeeld onze hobby’s bestoken. Het is erg leuk dat ik hem bereid heb gevonden om iets over zichzelf te vertellen.
Je had de pech dat je met pensioen ging precies op het moment dat corona de kop op stak. De verwachte vrijheid werd daarmee behoorlijk getemperd. Hoe heb je dat ervaren?
Vanwege mijn astma was er vooral eerst de schrik om het virus op te lopen. Mijn vrijheid werd er natuurlijk wel wát mee ingeperkt, maar ’s morgens op mijn gemak de krant lezen en de prettige wetenschap dat dit voortaan zo zou zijn, kon het virus me niet afnemen. Ik richtte mijn aandacht op mijn hobby’s en op de tuin, ik verlegde o.a. de vijver en bouwde een versterker. Als ik nu terugkijk naar 2020 dan valt het op hoe druk het nu weer is. Er was in die periode veel minder verkeer en dus meer rust en de lucht was schoner. Dat vond ik prettig. Het lijkt alsof er nu meer verkeer op de weg is dan voor de corona.
Aanleiding voor het interview is de muzikale meezingmiddag, die sinds 11 januari jl. een keer per maand bij BijBomans. wordt georganiseerd. Samen met Roel van Dongen begeleid je deze middag op gitaar. Hoe zijn de eerste twee middagen je bevallen?
De meezingmiddag is leuk om te doen. Het is een goede gedachte om iets voor de mensen in de wijk te kunnen betekenen door hen in een gezellig samenzijn, een plezierige middag te bezorgen.
Roel van Dongen en ik hebben allebei een andere rol op die middag en die van mij vind ik leuk en uitdagend. We spelen muziek, die ik alleen maar ken van vroeger van de radio. Liedjes, die ik nog nooit op een podium heb uitgevoerd. Ik speel(de) altijd totaal andere muziekstijlen, jazz, geïmproviseerde muziek, jazz-rock en rock. Het improviseren is dan op die middagen iets, waarbij ik me als een vis in het water voel en ook van bijleer want ja, het gaat ook wel eens goed mis. Het is vooral een kwestie van alert zijn en blijven. Dat het soms mis gaat is ook wel weer leuk, het is goed voor een lach en draagt bij aan de onbevangen sfeer van de middag.
Er staan nogal wat gitaren in het huis en zelfs achterin de tuin staat er een. Kun je in het kort vertellen hoe de gitaar in je leven kwam? En vooral ook hoe je in aanraking kwam met je favoriete merk Gibson*?
Dit dreigt een lang verhaal te gaan worden. Om kort te gaan, (of niet te lang) leerde ik als 14-jarige gitaarspelen. Sport was niet iets, waarin ik me kon onderscheiden en dat wil je toch wel als puber. Van een oudere neef kreeg ik wat lessen en van het naspelen van mijn “muziekhelden” heb ik de rest geleerd. Wes Montgomery, bij veel Nederlanders bekend van de tune* bij “Wie van de drie,” is een van die helden. Hij had het gitaargeluid, waar ik nog steeds helemaal weg van ben. Indertijd probeerde je natuurlijk dat geluid te benaderen met de gitaar, die je had. Dit was een onmogelijkheid want daar heb je een dikke Gibson, model L-5CES, een zeldzaam model, voor nodig. Eerst probeerde ik het Montgomery-geluid te benaderen met een Les Paul of een ES335 model. Maar dat was het allemaal (net) niet. Toen ik 42 jaar was, nog in het pré internet-tijdperk, kwam ik bij toeval zo’n L5 * op het spoor in een winkel. Nu is het een stuk eenvoudiger om wat je hartje begeert te vinden met internet.
Het is bij mij zeker niet zo, dat het allemaal per sé Gibson moet zijn. Ik wil gitaar spelen in de breedste zin van het woord en dus allerlei stijlen met allerlei soorten gitaren. Elke muzieksoort vraagt om instrumenten met een eigen karakter. Daarom is er thuis een kleine verscheidenheid aan gitaren.
Het instrument achter in de tuin, is een luit uit de kringloopwinkel. Deze wacht op restauratie; ook leuk om te doen.
Bij de tv staat een buizenversterker, die heeft met geluid te maken. Wat is de meerwaarde van buizenversterkers? Je bent altijd bezig met zoeken naar het perfecte geluid. Je bouwde ook twee geweldige speakers die het geluid van bijvoorbeeld Elac met gemak evenaren. Heb je daarvoor geleerd, is het een soort gave?
Voor de gitaar was er natuurlijk de muziek, een buizenradio met Radio Luxemburg en een bandrecorder. Ik vond, dat het geluid uit die apparaten beter moest kunnen. Dat kon ook. De box, die ik er bij maakte krikte het geluid behoorlijk op. Mijn neef stak in een onbewaakt ogenblik de verkeerde stekker in het stopcontact en het was gedaan met de box. Er moest wat nieuws komen. Met de, van een natuurkundeleraar op de U.L.O opgedane kennis en inspiratie voor geluid en elektrotechniek, ben ik doorgegaan in deze veel studie vereisende ontwikkeling. De buizenapparatuur had ik vroeger al. Deze raakte op de achtergrond toen de voordelen van de transistorversterker, harder geluid, veel minder kwetsbaar, minder zwaar en geen opwarmtijd nodig, het van de “buizen” wonnen.
Met de komst van bovengenoemde L5 werd een buizengitaarversterker weer noodzakelijk. Transistor-apparatuur is veel te iel; wel geschikt voor meer rock-achtige gitaren. Met deze ervaring in het achterhoofd, bedacht ik me, dat dat natuurlijk ook voor de hifi moest gelden en kocht via marktplaats de buizenversterker waar je op doelt. Deze had een mankement en was daarom niet al te duur. Onder het motto “dit kun je ook leren” ben ik me toen gaan verdiepen in de buizentechniek. (ook een studie op zich) De oorzaak van dat mankement had ik snel gevonden, heb andere dingen aan het apparaat verbeterd en nu staat hij elke avond te spelen en verwonder ik me nog regelmatig over hoe mooi hij klinkt. Alleen als het ’s zomers in huis te warm wordt, moet hij even plaats maken voor een transistorversterker, die veel minder warm wordt.
Ik heb al heel vroeg in het leven de instelling gekregen om te kijken of dingen, welke dan ook, verbeterd kunnen worden. Ik ben altijd op zoek (geweest) naar het ultieme geluid voor zowel het muziek maken als muziek luisteren. Deze jacht naar beter en mooier geluid is overigens een zinloze want je bent er nooit klaar mee. (Maar het is wel een leuke bezigheid )
Deze instelling van me was overigens ook een motivatie voor me om in het onderwijs te gaan. Ik wilde kinderen goed toerusten voor hun toekomst.
Je bent de gitarist van de APM Bigband. Hoe lang ben je dat al? Bij een Bigband denk je al snel aan jazz. Als mensen naar een optreden komen luisteren wat krijgen ze dan zoal te horen? Ook ben je de gitarist van Angels & Demons, wat krijgen ze te horen als ze dáár naar komen luisteren?
Toen ik bij de APM kwam, rond het jaar 2000, speelden ze meer echte jazz, ook de minder traditionele. Later is dit verworden tot meer populaire muziek in een bigbandjasje omdat we dachten, dat het publiek dat beter zou herkennen en waarderen.
Angels & Demons komt voort uit de APM en was bedoeld om de mensen van het combo in de band beter op elkaar ingespeeld te laten geraken. Nu is het meer een popband, maakt muziek uit de jaren eind ’60 t/m nu. Het is gevarieerde muziek, goed voor op een feestje of in de kroeg.
Je deelt een gezamenlijke hobby met je partner, in dit geval dus met mij. We gaan naar kringloopwinkels en markten, maar jij let op hele andere, praktischere dingen. Wat is behalve buizen/techniek en aanverwante zaken nog meer belangrijk voor je?
Ik let op alles wat we zouden kunnen gebruiken. Of dat nu voor onze hobby’s is of voor het huis, het maakt niet uit. Dat betekent, dat bij alles wat je ziet op een markt of in een kringloopwinkel, je nadenkt of je er in huis iets aan hebt of er iets van kunt maken. Ook kijk je of je het kunt opknappen en verkopen om de hobby’s wat rendabeler te maken.
In 2021 werd Poëziehuis De Rode Poort geopend. Vorig jaar was elke vrijdagmiddag de poort naar de tuin open en konden mensen de tuin in lopen. Er kwam niet altijd iemand, soms was het te heet, een andere keer regende het pijpenstelen. We bieden wijkbewoners en mensen van buiten de wijk de gelegenheid aan om op een laagdrempelige manier kennis te maken met poëzie en andere poëzieliefhebbers. Poëzie staat niet bovenaan op je lijstje, toch was je er elke vrijdagmiddag. Hoe vond je het om al die middagen standaard thuis te zijn?
De Rode poort is een belangeloos gebeuren en als er dan mensen komen is het leuk en gezellig. Ik ben dan min of meer degene, die thee, koffie en koekjes serveert. Jeanine ontvangt de mensen en biedt hen waar ze voor komen. Er zijn diverse middagen geweest die erg leuk uitpakten, dat levert dan energie op en soms ook nieuwe contacten. Roel van Dongen leerden we via De Rode Poort kennen.
Soms waren de weersomstandigheden er niet optimaal voor en kwam er niemand. Dat is dan wel jammer. Je moet er toch de hele middag alert op zijn want je weet maar nooit of er toch nog iemand komt.
Thuis zijn vind ik overigens geen enkel probleem. Er is hier thuis altijd wel iets te doen of te lezen of te luisteren.
Gibson L 5
Gibson L-5 - Wikipeedia
Gibson gitaar:
Gibson Guitar Corporation - Wikipedia
Tune, Wes Montgomery Caravan:
https://www.youtube.com/watch?v=NkfiQsq8cwE