Sjef en Joke

Als je een knecht 150 gulden en het dienstmeisje 100 gulden per jaar moet betalen voor het werk, wel met kost en inwoning, dan spreken we over 1942. 
Sjef en Joke zijn  92 en bijna 92 jaar oud.
Ze genieten van elkaars aanwezigheid, maar ook om te buurten en verhalen te vertellen.

Onze Pa zei nog dat ik het wel heel ver ging zoeken, aldus Joke. Ik was een Veghelse en Sjef kwam helemaal uit Rosmalen. Is dat nou nodig, zover weg?

Ze vierden hun bruiloft in Berlicum

Was het toeval dat ze elkaar ontmoetten?

Misschien wel.  Sjef was op zoek naar een man met wie hij zaken ging doen en die vanwege Schijndel kermis in de danszaal zou zijn. Daar zag hij Joke voor het eerst. Ze was daar samen met haar zus.
Maar toeval of niet, ze hebben gedanst en zijn al meer dan zestig jaar een paar. Ook al is  Sjef blijven wonen op zijn geboortegrond, hij kent heel Nederland vanwege zijn vroegere werk en zijn bedrijf en Joke reisde vaak met hem mee. Sjef reed in een Opel Kapteijn. Daar had hij zelfs Bekkers nog in vervoerd, al was die toen nog geen bisschop.

Boerderij De Tivoli is gekocht door de opa van Sjef. Hij kocht de boerderij  vanuit Nuland en deze is later door de vader van Sjef overgenomen. Bij die boerderij zat aardig wat grond. Een deel daarvan werd wijk Molenhoek. Tegenover de Boerderij stond café de Schaapskooi. De boerderij is 1943 tot op de grond afgebrand. Het gezin had niks meer over, behalve de kleren die ze aan hadden. Vanwege de oorlog was er ook niks te krijgen en werd er kleding en zelfs ondergoed gemaakt van jutezakken.

Een prachtige anekdote die Sjef vertelde, was dat de Duitsers ineens binnen stonden om de vader van Sjef op te halen. Die was er niet. (Die was naar de opkamer gevlucht toen hij hoorde dat er iemand achterom binnen kwam stormen).  De Duitsers voelden aan de pet die daar nog hing en zeiden dat die nog warm was, waarop de knecht zei: ‘die is van mij’. De pet zakte tot over zijn oren, maar het gevaar was geweken voor dat moment. De Duitsers vertrokken weer. Dit verhaal is in de familie natuurlijk heel vaak verteld, want Sjef kan zich het voorval zelf niet meer herinneren.

De vader van Sjef was gemeenteontvanger en zaakwaarnemer van de Boerenbond. Hij zat in het bestuur van de Boerenleenbank en werd ook nog gevraagd voor de konijnenfokvereniging. Dat laatste vond kleine Sjef maar niks, omdat zijn vader dan  een Vieze Voorzitter zou worden.

Joke vertelde glunderend: “ik kan mezelf echt wel een eerste klas coupeuse noemen”. Sjef beaamde dat meteen. Joke tekende zelf patronen en rekende uit  hoeveel stof er nodig was voor een (bruids)jurk. De dames gingen dan zelf de stof kopen in een winkel in Eindhoven, waarna Joke de jurk in elkaar zette. Weer zo’n mooie anekdote. Op een dag werd Joke gebeld door de eigenaar van de stoffenwinkel en hij zei haar dat ze onmogelijk zo’n jurk kon maken uit die hoeveelheid stof die Joke had aangegeven. Joke was er van overtuigd dat dat wel ging. Hij zei haar, dat als het haar lukte ze de stof voor niks kreeg. Joke genoot er nog van toen ze dit aan mij vertelde. Natuurlijk kon ze dat  en inderdaad kreeg ze de stof voor niks. Joke kreeg overal vandaan opdrachten om bruidsjurken te ontwerpen en te naaien.  Op bepaald moment had ze in één gezin vijf jurken.

Bij Joke thuis hadden ze een boerderij met melkkoeien en kippen. Ze hoefde niet op de boerderij mee te helpen, omdat vrouwen dat niet zouden kunnen. In de oorlog is haar broer, de enige zoon, verongelukt. Dat was een hele verdrietige periode. Nadat Joke en Sjef een half jaar getrouwd waren overleed haar vader. Ze reed daarna in haar maïs gele Daf Coupé van het jaar 1969 wekelijks naar Veghel om haar moeder te zien en te helpen.

Sjef werd na een bedrijfsongeval vertegenwoordiger die op een zeldzamen manier klanten kon binden met een goed verhaal en een mooie prijs.  Als het niks werd dan zei hij tegen zichzelf; ‘omploegen en opnieuw inzaaien’. Met andere woorden: Niet treuren, maar elders opnieuw proberen. Sjef had nog zo’n mooie uitdrukking; “Ik heb één keer een aap leren klimmen en toen het kon liet hij mij zijn achterste zien. Dat doe je maar één keer in je leven,” aldus Sjef.

Thuis had Sjef nog een  machine gekocht waarmee hij kolen en antraciet  afzeefde en ‘automatisch’  in zakken kon doen. De kolen kreeg hij rechtstreeks uit de diverse mijnen en op die manier konden deze bij de klanten in zakken worden afgeleverd.

Op 84 jarige leeftijd is Sjef gestopt met het verzorgen van computerlessen  die gegeven werden in de Annenborch onder de naam CIA  zo kwamen ook nonnen uit de  Maliskamp. Ook daar is nog een mooie anekdote over te vertellen. Een van de nonnen wilde graag een mailtje sturen naar haar zwager waarop Sjef vroeg of die zwager een email adres had. Nee, zei de non, “ach nee Sjef, hij heeft een slagerij”.

In 1971 hebben Joke en Sjef het huis laten bouwen waar ze nu nog steeds met veel plezier wonen, met dagelijks bezoek van eekhoorns en roodborstjes.

Sjef zou wel een boek kunnen schrijven over zijn leven als kind tot en met zijn leven met Joke en zijn vele werkzaamheden.

Met plezier denk ik terug aan deze mooie ontmoeting.

 

Tags

Interviews