Thea Jongen

Afgelopen maand is Thea Jongen (76) in onze wijk benoemd tot Groene Burger 2024. Ze werd thuis verrast door Désirée Dolle en Charles Cox van de werkgroep Groen. Thea stopte onlangs na twaalf en een half jaar als secretaris van deze werkgroep. Ze was aangenaam verrast en stelde deze blijk van waardering zeker op prijs, maar wil eigenlijk het liefst niet op de voorgrond treden. ‘Ik houd ervan om op de achtergrond te blijven. Het is voor mij vanzelfsprekend om mijn werk zo goed mogelijk te doen,’ vertelt ze.

‘Thea was min of meer het geweten van de werkgroep,’ legt Désirée uit. ‘Ze was scherp en kritisch op waar we mee bezig waren. Als de gedachten van de werkgroep bij het organiseren van een evenement waren, kwam Thea met iets wat er mis was in een bepaalde straat. Ze had oog voor alle aspecten van de alledaagse realiteit. De werkgroep gaat immers niet alleen over vergroening, maar ook over de openbare ruimte in het algemeen. Thea wilde de oren en de ogen van de wijk zijn en luisterde naar de behoeften van de bewoners. Dat kon een vraag of een klacht zijn en daarmee hield ze ons bij de les. Die praktische inbreng hebben wij altijd gewaardeerd. Daarnaast deed ze natuurlijk de verslaglegging en dat was altijd uitgebreid en nauwkeurig. Ze is ook heel flexibel, want ze heeft meerdere voorzitters meegemaakt, die allemaal hun eigen inbreng en werkwijze meebrachten. Thea kon met iedereen goed overweg, maar ze is niet iemand die zich wegcijfert. Ze was altijd trouw aan zichzelf en stak haar mening niet onder stoelen of banken. Dat ging altijd over de inhoud.’

Samen zorg hebben

‘Zorg voor de openbare ruimte heb ik altijd belangrijk gevonden,’ bevestigt Thea. ‘In de afgelopen jaren is er veel veranderd. Toen ik kwam, was het vooral een gezellig clubje. We hadden maandelijks overleg met iemand van de gemeente en dat was het. In de loop van jaren is dat overleg gebleven, wat bijzonder is, want geen enkele wijkraad in Den Bosch heeft maandelijks overleg met de gemeente. Binnen de werkgroep werd alles steeds beter vastgelegd én we hielden de vinger aan de pols. Dat korte lijntje was typisch voor onze werkgroep. Als gemaakte afspraken niet werden nagekomen, trokken we meteen aan de bel. We zijn steeds professioneler gaan werken en onze ambities lagen hoog, ook al bleven we natuurlijk vrijwilligers. Een mooi voorbeeld is het Paulinapad aan de oostzijde van het Máximakanaal in het Kanaalpark. Pas na lang en veelvuldig aandringen konden we de gemeente overtuigen om dit wandelpad te verharden. Ik heb geleerd dat je een lange adem moet hebben om iets gedaan te krijgen.’

Thea benadrukt dat de verdiensten van de werkgroep vooral bij de groep liggen. ‘Je doet het niet alleen. We doen altijd alles samen. Zo hebben we jarenlang de wijkschouw gedaan. Lopend of fietsend gingen we door de wijk, maakten foto’s van aandachtspunten of misstanden en bespraken dit. Dat vond ik waardevol, omdat het ook de saamhorigheid bevorderde. Zo vond ik ook de zwerfafvaldag belangrijk en leuk om met elkaar te doen. Het is jammer dat dit niet meer via de wijk gebeurt. We zijn daarnaast actief geweest bij de herinrichting van het veldje bij de Sportlaan en de bloemenveldjes in de componistenwijk. Waar we onlangs mee in de weer zijn geweest, is het opruimen van het bladafval. We wonen in een zeer groene wijk, maar het opruimen van het blad versoberde steeds meer. Gelukkig is dat nu weer iets beter, met name op de straten. Dat is belangrijk, want trottoirs hebben we bijna niet.’

Verantwoordelijkheid

Ook voordat Thea zich aansloot bij de werkgroep was ze al actief in de wijk. ‘Op de toenmalige Laurentiusschool, de voorloper van de Troubadour, heb ik geholpen met het opzetten van een documentatiecentrum. Dat was er toen nog niet. Ik ben de oudste in een gezin met negen kinderen en voelde me verantwoordelijk voor de anderen. Ik hielp thuis mee en zorgde ervoor dat alles zo goed mogelijk verliep. Dat heb ik vermoedelijk meegenomen. Ik vind het belangrijk om voor elkaar te zorgen én om zelf initiatief te nemen. Ik vind het te gemakkelijk om te zeggen: dat hoort bij de gemeente. Je kunt ook zelf iets doen en actie ondernemen. Gelukkig denkt de werkgroep er ook zo over en is de groep enorm verjongd. Die betrokkenheid vind ik hoopvol. Een nieuwe secretaris komt in een fijne groep terecht. Ik heb mijn werk altijd met plezier gedaan, maar ik denk dat dit een goed moment is om op zoek te gaan naar andere uitdagingen. Ik wil nog iets voor de samenleving betekenen en dat gaat zeker lukken.’ Zie ook De Groene Burger van 2023.

Henk Langenhuijsen